Ilse Pluim heeft vorig jaar bij TalentCare als ANIOS in de ouderengeneeskunde gewerkt. In september 2023 is zij gestart met de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde. Een weloverwogen keuze voor een vakgebied waarbij kwaliteit van leven een grote rol speelt. Wij spraken Ilse over haar weg naar een opleidingsplek: “Ik kan nu echt het verschil maken voor mensen in de laatste fase van hun leven.”
Tijdens haar coschappen wilde Ilse heel graag de revalidatie geneeskunde zien. “Wat gebeurt er met mensen na het ziekenhuis? Veel mensen worden doorgestuurd naar de revalidatie, maar ik had geen idee wat er daar gebeurde. Dit wilde ik meemaken. Een groot verschil met het ziekenhuis is dat er niet alleen heel zieke mensen zijn. Er gebeurt veel meer dan genezen. Tijdens mijn coschap bij de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) merkte ik dat ik het veel leuker vond om langduriger patiëntcontact te hebben en mensen ook los van hun ziekte beter te leren kennen.”
“Ik zocht naar een baan waarbij ik patiënten gedurende een langere periode leer kennen en hopelijk kan begeleiden naar herstel, het liefst niet alleen in korte consulten op de poli. Ik heb nog een tijd getwijfeld tussen huisarts en specialist ouderengeneeskunde. In beide gevallen heb je een relatief lange behandelrelatie. In de ouderengeneeskunde is dit nog net iets intensiever dan binnen een huisartsenpraktijk. Je hebt een iets kleinere groep patiënten, waardoor je ze nog beter leert kennen. Daarnaast werk je binnen de ouderengeneeskunde veel meer binnen een team, dat past goed bij mij. Als huisarts werk je met de doktersassistenten en de praktijkondersteuner samen, maar sta je er verder meer alleen voor, terwijl je in de ouderengeneeskunde nauw samenwerkt met de zorg en een grote groep paramedici. Om deze twee redenen heb ik ervoor gekozen om specialist ouderengeneeskunde (SO) te worden.”
Eerst het ziekenhuis in
“Tijdens mijn laatste coschap in de GRZ merkte ik dat ik mij nog erg onzeker voelde in acute situaties. Nadat ik de knoop om SO te worden definitief had doorgehakt, ben ik eerst nog een jaar in het ziekenhuis als ANIOS op de interne geneeskunde aan de slag gegaan. Ik wilde steviger in mijn schoenen staan tijdens dit soort acute situaties en mijn medische kennis nog iets meer uitbreiden.
Mijn zelfvertrouwen als arts is in het ziekenhuis erg gegroeid. Waar ik in het begin nog kon denken ‘Help, er komt een patiënt binnen en ik weet niet wat er aan de hand is’, dacht ik aan het eind vooral ‘Laat maar komen die patiënt’. Dit heeft in mijn geval vooral met ervaring te maken. Daarnaast had ik heel fijne collega’s waar ik gedurende dat jaar mee kon overleggen over casussen waar ik sterk over twijfelde of om bevestiging te krijgen dat ik een goede beslissing genomen had. Dit heeft mij erg geholpen in mijn ontwikkeling als arts.
In het ziekenhuis zijn er verschillende momenten geweest waarop duidelijk werd dat ik niet een dokter wil zijn die alleen maar geneest. Ik wil juist ook continu bezig zijn met de vraag hoe ver je nog gaat. In het ziekenhuis ben ik meermaals patiënten tegengekomen die eenmaal in het ziekenhuis, nadat de behandeling al gestart was, aangaven dat het voor hen eigenlijk niet meer hoefde en dat het leven voltooid was. Het is heel zonde dat zo iemand dan de opname in het ziekenhuis moet meemaken, terwijl hij ook thuis, rustig in bed, had kunnen inslapen. Dit bevestigde voor mij nogmaals dat ik als SO dit verschil voor mensen wil kunnen maken in de laatste fase van hun leven.”
Care4Life programma als voorbereiding op de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde
“Na het jaar in het ziekenhuis heb ik gesolliciteerd voor de opleiding. Ik wilde voor de start heel graag nog als ANIOS extra ervaring opdoen binnen de ouderengeneeskunde. De laatste maanden voordat de opleiding startte, ben ik daarom bij TalentCare aan de slag gegaan.
Het ontwikkelprogramma van TalentCare heeft mij nog heel veel nuttige inzichten gegeven, die ook nu in mijn opleiding weer terugkomen. Denk aan thema’s als ethiek, communicatie en conflicthantering. Ik vond het ook altijd heel fijn om tijdens het onderwijs en de intervisie te horen waar mijn TalentCare collega’s tegenaan liepen en hoe dingen op andere werkplekken en binnen andere vakgebieden gaan. Je loopt vaak tegen dezelfde dingen aan, maar lost het anders op. Zo kom je ook weer op nieuwe ideeën om met een situatie om te gaan.
Tijdens de huidige opleiding is er ook veel focus op ontwikkeling en het uitwisselen van ervaring. Komende tijd wil ik werken aan mijn time management skills. Het blijft voor mij een uitdaging om mijn werk om 17.00 uur af te hebben door bijvoorbeeld gesprekken die uitlopen. Hoewel goed prioriteren hierbij helpt, lukt dit niet altijd. Ik heb hiervoor concrete doelen gesteld in mijn individueel ontwikkelplan, zoals het delegeren van taken die niet bij mij horen en het efficiënt plannen van bezoeken aan de bewoners op mijn twee locaties, zodat ik niet onnodig tijd kwijt ben aan op en neer reizen.
Daarnaast wil ik de komende tijd verder groeien in de omgang met probleemgedrag. Bewoners kunnen vanuit hun dementie en door overprikkeling boos of zelfs agressief reageren. Dan is het zoeken naar de juiste aanpak. Soms is een verandering van de benadering voldoende, of gaat het vanzelf beter wanneer de bewoner meer gewend is aan de nieuwe situatie, maar het kan ook zijn dat er tijdelijk medicatie nodig is om de bewoner goed te behandelen. Die balans is af en toe moeilijk te vinden. Ik vind het heel fijn om dit soort casussen tijdens wekelijkse leergesprekken met mijn opleider te bespreken. Ik krijg dus voldoende begeleiding vanuit de opleiding, als het gaat om persoonlijke ontwikkeling.”
Brede kijk op de patiënt
“Als SO werk je niet alleen binnen het verpleeghuis, maar komt ook bij ouderen thuis. Hierbij heb je een adviserende rol richting de huisarts en kijk je verder dan alleen de klacht van de patiënt. Je kijkt hoe het lichamelijk met iemand gaat, hoe zijn stemming en geheugen zijn en hoe het netwerk om hem heen is. Wat kan iemand nog zelf en hoe staat hij in het leven? Stel iemand wordt ziek, wat zijn dan de wensen? Wil hij nog wel naar het ziekenhuis of liever niet? Op basis van jouw bevindingen, kan de huisarts handelen.
In het verpleeghuis werk je ook op deze manier. Dit is vaak nog iets makkelijker, omdat je een keuze kunt maken aan de hand van wat je gedurende een langere periode ziet. We voeren zorgleefplan gesprekken waarbij we naar dit totaalplaatje kijken en het medisch beleid updaten. Dit is regelmatig nodig, omdat mensen in de laatste fase van het leven snel achteruit kunnen gaan en daardoor ook snel anders in het leven kunnen staan. Je bespreekt dit vervolgens ook altijd met familie. Dat zijn soms lastige gesprekken, zeker als familie er anders in staat dan de cliënt zelf. Je hebt dan met verschillende belangen te maken.”
Kwaliteit boven kwantiteit van leven
“Ik ben nu niet alleen maar bezig met behandelen om beter te maken. Ik behandel mensen, zodat ze zo min mogelijk last hebben van kwalen en ziektes, maar met oog op hun behandelwensen. Met sommige mensen bespreek je bijvoorbeeld: ‘Je hebt bloedverlies, dat zou iets kwaadaardigs kunnen zijn. We kunnen een darmonderzoek doen, vaak gevolgd door een operatie en dus een ziekenhuisopname.’ Er zijn genoeg mensen in het verpleeghuis die zeggen dat zij deze onderzoeken en ingrepen niet meer willen. Zij willen dan zo lang en goed mogelijk in het verpleeghuis verzorgd worden. Zo kiezen we steeds in overleg met de bewoner wat voor diegene het beste is.
Ik heb bewoners gehad die aangaven dat zij merkten dat ze achteruit gingen en dat ze liever niet wilden meemaken dat ze in de toekomst nog verder achteruit zouden gaan. Als iemand dan ziek wordt hebben we het gesprek over de behandelmogelijkheden: we kunnen nog behandelen voor de ziekte en het leven nog een tijd verlengen, of we kunnen iemand op dat moment comfortabel maken en het overlijden accepteren. Er zijn mensen die dan kiezen voor het tweede. We behandelen dus niet zomaar, alleen omdat het kan. Kwaliteit van leven speelt hierin altijd een grote rol.”
Tip van Ilse
“Welke tip ik wil meegeven aan alle basisartsen die de opleiding tot SO overwegen? Vooral doen als de doelgroep en het werk je aanspreken! De opleiding zit goed in elkaar en is, tot nu toe, heel leuk. Het is ook goed om als basisarts werkervaring op te doen voordat je gaat solliciteren. Ik vond het zelf heel fijn om eerst ervaring binnen het ziekenhuis op te doen en zo steviger in mijn schoenen te staan bij acute situaties. Maar ook als je deze ervaring niet hebt, krijg je binnen de opleiding genoeg mogelijkheid om dit te leren. We hebben bijvoorbeeld drie dagen lang acute situaties met acteurs geoefend. Ervaring binnen de psychiatrie is ook heel relevant. Dit vakgebied had ik, nu achteraf, ook wel willen zien voordat ik aan de opleiding begon. Ik merk dat ik soms nog zoekende ben in alle verschillende medicaties en ik merk dat collega’s die in de psychiatrie hebben gewerkt hier zeker een voordeel hebben.”